Landelijk coördinator infectieziektebestrijding leert veel over crisisbeheersing en zichzelf

“Samenwerken met verschillende ministeries, het RIVM, het Veiligheidsberaad en met het Landelijk Netwerk Acute Zorg om het corona-virus te bestrijden,” vat Sjaak de Gouw zijn huidige werkzaamheden samen. “Normaal gesproken zijn er vier soorten crisisorganisaties in Nederland,” licht de directeur van GGD Hollands Midden en landelijk portefeuillehouder infectieziektebestrijding, de uitbreiding van zijn taken verder toe. “Landelijk op afzonderlijk ministerieel niveau en overkoepelend vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Op regionaal niveau zijn er de 25 veiligheidsregio’s met het Veiligheidsberaad als koepelorganisatie en 11 regio’s Acute Zorg met het Landelijk Netwerk Acute Zorg als koepel. Op dit moment is mijn grootste opdracht om deze crisisorganisaties intensief met elkaar te verbinden. Natuurlijk naast mijn werkzaamheden in de eigen GGD- en veiligheidsregio.”

Het begon voor Sjaak op 28 januari toen via de ‘World Health Organization’ (WHO) en de ‘European Centre for Disease Prevention and Control’ (ECDC) informatie over het coronavirus in China binnenkwam. Sjaak adviseerde als lid van het bestuurlijk afstemmingsoverleg aan de minister over de repatriëring van Nederlanders uit het getroffen Wuhan: “Met het Outbreak Management Team stelden we het quarantainebeleid voor deze mensen vast. Waar kunnen ze landen? Hoe vangen we ze op? Kunnen ze wel of niet naar huis?” Een maand later was Sjaak dag en nacht met COVID-19 bezig: “25 februari besprak ik scenario’s met de Keukenhof, 26 februari zat ik in Nieuwsuur en 27 februari in de uitzending ‘Het Coronavirus: feiten en fabels’ waarin de minister de eerste besmetting in Nederland meldde.”

Corona onvergelijkbaar met eerdere crises
Sindsdien is mijn agenda vloeibaar,” vervolgt Sjaak. “Per dag krijg ik gemiddeld 150 mails, 50 WhatsApp-berichten en 50 telefoontjes. Er is nu een chauffeur die mij rijdt. Aan de vervoersverzoeken die ik hem doe, merk ik dat ik gemiddeld twee dagen vooruit kan kijken.” De meeste overleggen voert Sjaak net als alle andere thuiswerkers via de bekende online vergaderprogramma’s. “Er zijn nu nog drie fysieke ‘anderhalve-meter-overleggen’ die door de mate van gedachtewisseling te intensief zijn om online te doen.” In de zeventien jaar dat Sjaak voor de GGD werkt, maakte hij verschillende crises mee, maar die zijn onvergelijkbaar met wat er nu gebeurt: “Met de Mexicaanse griep en SARS was het niet nodig om maatregelen buiten de zorg te nemen. In het geval van corona is dat wel zo en moesten we opschalen naar een algemene landelijke crisisorganisatie. Voor de distributie van beschermingsmiddelen hadden we bijvoorbeeld helemaal geen structuur en de ‘McDrives’ bij GGD’en voor het uitvoeren van het testbeleid zijn ook nieuw.”

Chronische stress en persoonlijke lessen
Sjaak leert ook veel over zichzelf door de coronacrisis: “Pas sinds een week neem ik af en toe een uurtje vrij. Ik had sneller ondersteuning moeten vragen binnen mijn eigen organisatie en landelijk. Daar hoort ook het vertrouwen bij dat de mensen die jouw ideeën gaan uitvoeren, dat goed zullen doen. Het is een luxe dat ik zulke goede mensen om me heen heb. Eerst volgde ik zelf alle berichtgeving, terwijl daar communicatieadviseurs voor zijn. Ik ervaarde vooral die eerste weken chronische stress. De momenten dat ik rust zou kunnen nemen, ben ik niet ontspannen. Dan ga ik in bad, of wandelen. Ik verwacht ergens in mei mijn normale leven weer te kunnen oppakken. We hopen dat de situatie in de langdurige zorg beheersbaar wordt en dat de dalende lijn in ziekenhuisopnames doorzet. Als deze over de top heen is, komen we in een stationaire situatie waarin er evenveel patiënten worden opgenomen als dat er ontslagen worden of overlijden. Dan kunnen we gaan kijken hoe we de verspreiding van het virus gecontroleerd kunnen laten gebeuren. Tot in september zal er geen dag voorbij gaan dat ik geen mail ontvang zonder het woord ‘corona’ erin.”

Interview en tekst: Lisa Koolhoven